Fraser Island
Blijf op de hoogte en volg Ilona
07 November 2014 | Australië, Rainbow Beach
Fraser Island
Vanaf het zeer ontspannen Hervey Bay met de bus naar Rainbow Beach gegaan als startpunt van een driedaagse tour op Fraser Island. Toen ik daar aankwam was ik zooo blij dat ik had besloten niet daar te verblijven, maar in Hervey Bay. De hostels zagen er niet al te best uit en Rainbow Beach is ieniemienie. Echt niks te beleven.
De dag begon met een instuctievideo over de regels en veiligheidsvoorschriften op Fraser Island en hoe je op zand moet rijden, je 4x4 moet laden, etc. Ook word je gewaarschuwd voor de landingsbaan voor vliegtuigjes, dingo's en hoe te kamperen. De landingsbaan ligt echter gewoon op het strand en wordt weergegeven met oranje pionnen en een klein bordje dat zegt: landingstrip, be carefull of zoiets.
Pickup was bij het tankstation 2 min verderop door drie 4x4 van Dropbear Ik ben geen autofanaat en ik kan zo geen reden bedenken waarom ik in Nederland zo'n auto nodig zou hebben plus dat de maandlasten een tweede hypotheek zou betekenen, maar anders...
Er was nog een plekje achterin bij de gids, Simen, die uitermate geschikt was voor deze baan. We reden naar de ferry, wat neerkwam op dat we een stuk over het mulle strand moesten rijden waarna de ferry zijn klep op het zand liet zakken. Geen moeilijk gedoe met steigers enzo. Het weer zat niet zo mee: wind en wat regen. Maar de temperatuur was wel prima, dus vond het geen drama. Na een korte overtocht kwamen we aan op Fraser Island en was het nog een hele poos rijden naar ons kamp. De route was die over het strand langs de zee. Heel mooi, tikkie bumpy achterin. Ons kamp lag verscholen achter een duintje, uit de wind maar pal aan het strand. We kregen allemaal spullen voor de tent en daarna begon de rit naar de eerste bezienswaardigheid op het eiland: lake Wabby. Een pittige wandeling van een half uur door mul zand en hele grote zandverstuiving. Bij het meer werden we door Simen aangespoord in het water te gaan. Aangezien het nog regende had ik daar eerst niet echt oren naar, maar toch maar gegaan. Zalig! Alsof je in een warm bad springt. Helaas komt ook de tijd dat je er weer uit moet, maar de wandeling naar het uitkijkpunt over het meer zorgde ervoor dat ik het binnen twee minuten weer bloedjeheet had. Plus dat het nog steeds dik in de 20 graden was. Na het meer gingen we terug naar kamp en omdat twee jonge meiden zaten te zeuren dat ze het koud hadden en dachten in een hostel te slapen, kwam de discussie op gang of we wel wilden kamperen. Gelukkig wilde verder iedereen dit en was het compromis een warme douche in het hostel, maar de avond en nacht doorbrengen in het kamp en de tentjes. Jeej! Een gekke kennismakingsronde waarbij iedereen een 'funny fact' over zichzelf moest vertellen droeg goed bij aan het groepsgevoel en 's avonds kwamen de Goon, ciders en blikjes bier tevoorschijn en hadden we een fanatiek groepje Jenga-spelers bij elkaar gevonden. Toevallig bleken dit alle 30-plussers te zijn en bleven de jonkies aan tafel zitten kaarten. Veel gelachen en een leuke avond gehad. Slapen in tent beviel ook zeer goed. Een van de betere nachten in Australië so far. Ik denk dat het geluid van de rollende golven daar zeker aan bijgedragen heeft.
De volgende ochtend brandde ik om 06:30 uur uit mijn tent weg, tegelijk met de wake-up call. De lucht was blauw, wind was gaan liggen en zon scheen volop. Er vond een herverdeling van de auto's plaats, wat in mijn geval een zeer gezellig clupje opleverde. Alle 'oudjes' (tussen de 30 en 33 met een uitschieter van 38) bij elkaar en een 18-jarige Canadees die een beetje last had van een kater nadat ie de avond ervoor bijna 3 liter Goon had weggewerkt.
Deze dag hebben veel leuke plaatsen op het eiland bezocht die voor de aboriginals allemaal een betekenis hebben. Het mooie van deze tour was dat we zelf mochten rijden en dat was echt supercool :-) Crossen over het strand in een 4x4 en door elkaar geschud worden op de binnenwegen die vooral uit mul zand en diepe groeven bestaan. De kunst is zoveel mogelijk toeren in een zo laag mogelijke versnelling te maken. Oftewel: floor it! Niet dat je dan vooruitschiet, maar voor de banden grip in het mulle zand te krijgen. De banden zijn ook niet hard, maar wat zachter hiervoor.
Hoe dan ook, we hebben Eli Creek bezocht wat een kraanwater helder stroompje is waar je je op kunt laten terugdrijven. Daarna de Champagne Pools, wat de naam dankt aan het witte schuim dat over de rotsen komt door de hoge golven die er tegenaan beuken. We hebben midden op het eiland gepicknickt bij een meertje waar zeldzame schildpadjes in leven. Daarna teruggehobbelt (denk Reggae muziek en op en neer gaande hoofden en dat keer 10 erger en alle kanten op) naar de kust om Indian Head te bezoeken met de geschiedenis en mooie uitzichten om vervolgens terug te rijden naar Eli Creek voor een potje beachvolleybal voor degene die dat wilde. Nu ik eraan terugdenk waren het met name de mensen in onze auto die overal heel fantiek aan meededen en de rest lag een beetje voor pampus in de zon. Omdat er in het kamp alleen maar van die solardouches waren, opnieuw in Eli Creek gesprongen en daar opgefrist. De laatste stop van de dag was bij het Moheno Shipwreck. Een groot schip die op de klippen was gelopen en die ze niet meer wegkregen. Terug in het kamp konden we al snel aanschuiven aan een lekkere maaltijd en hervatten we onze Jenga-match. Dit was tevens alweer de laatste avond van de tour, wat ik best jammer vond.
Na het ontbijt de volgende ochtend, reden we naar het prachtige blauwe Lake Mackenzie. Dit meer zit vol tea tree oil en na een tijdje in het water voelt je huid en haar babyzacht aan. Daarna was het de laatste stop van de tour of het eiland: central station. Een picknickplaats met prachtige bomen, een stroompje en wat geschiedenis over het eiland. Ook hebben we dingo's gezien inclusief puppy's. Als je niet beter wist, zou je ze zo willen aaien. Maar het zijn gewoon wilde dieren die alles stelen wat los en vast zit, tenzij opgeborgen in een kooi. Deze kooien waren dan ook beschikbaar op de picknickplaats.
Een deel van de groep ging naar Hervey Bay en die werden op de ferry gezet. Wij gingen naar Noosa en hadden nog een rit te gaan. Op de ferry van Fraser Island naar het vasteland zagen we dolfijnen en honderden hele grote kwallen in het water. Onderweg naar Noosa nog skippies gezien en rond 19:00 uur waren we terug in Noosa waar ik nu verblijf.
De tour op Fraser Island was super! Hoewel een tikkie gestoord, was onze gids heel goed. Wist heel veel te vertellen, de groep samen te brengen en nam geen onnodige risico's mbt het rijden. Daarnaast is het gewoon drie dagen in je bikini leven en op blote voeten lopen. Heerlijk :-D
Vanaf het zeer ontspannen Hervey Bay met de bus naar Rainbow Beach gegaan als startpunt van een driedaagse tour op Fraser Island. Toen ik daar aankwam was ik zooo blij dat ik had besloten niet daar te verblijven, maar in Hervey Bay. De hostels zagen er niet al te best uit en Rainbow Beach is ieniemienie. Echt niks te beleven.
De dag begon met een instuctievideo over de regels en veiligheidsvoorschriften op Fraser Island en hoe je op zand moet rijden, je 4x4 moet laden, etc. Ook word je gewaarschuwd voor de landingsbaan voor vliegtuigjes, dingo's en hoe te kamperen. De landingsbaan ligt echter gewoon op het strand en wordt weergegeven met oranje pionnen en een klein bordje dat zegt: landingstrip, be carefull of zoiets.
Pickup was bij het tankstation 2 min verderop door drie 4x4 van Dropbear Ik ben geen autofanaat en ik kan zo geen reden bedenken waarom ik in Nederland zo'n auto nodig zou hebben plus dat de maandlasten een tweede hypotheek zou betekenen, maar anders...
Er was nog een plekje achterin bij de gids, Simen, die uitermate geschikt was voor deze baan. We reden naar de ferry, wat neerkwam op dat we een stuk over het mulle strand moesten rijden waarna de ferry zijn klep op het zand liet zakken. Geen moeilijk gedoe met steigers enzo. Het weer zat niet zo mee: wind en wat regen. Maar de temperatuur was wel prima, dus vond het geen drama. Na een korte overtocht kwamen we aan op Fraser Island en was het nog een hele poos rijden naar ons kamp. De route was die over het strand langs de zee. Heel mooi, tikkie bumpy achterin. Ons kamp lag verscholen achter een duintje, uit de wind maar pal aan het strand. We kregen allemaal spullen voor de tent en daarna begon de rit naar de eerste bezienswaardigheid op het eiland: lake Wabby. Een pittige wandeling van een half uur door mul zand en hele grote zandverstuiving. Bij het meer werden we door Simen aangespoord in het water te gaan. Aangezien het nog regende had ik daar eerst niet echt oren naar, maar toch maar gegaan. Zalig! Alsof je in een warm bad springt. Helaas komt ook de tijd dat je er weer uit moet, maar de wandeling naar het uitkijkpunt over het meer zorgde ervoor dat ik het binnen twee minuten weer bloedjeheet had. Plus dat het nog steeds dik in de 20 graden was. Na het meer gingen we terug naar kamp en omdat twee jonge meiden zaten te zeuren dat ze het koud hadden en dachten in een hostel te slapen, kwam de discussie op gang of we wel wilden kamperen. Gelukkig wilde verder iedereen dit en was het compromis een warme douche in het hostel, maar de avond en nacht doorbrengen in het kamp en de tentjes. Jeej! Een gekke kennismakingsronde waarbij iedereen een 'funny fact' over zichzelf moest vertellen droeg goed bij aan het groepsgevoel en 's avonds kwamen de Goon, ciders en blikjes bier tevoorschijn en hadden we een fanatiek groepje Jenga-spelers bij elkaar gevonden. Toevallig bleken dit alle 30-plussers te zijn en bleven de jonkies aan tafel zitten kaarten. Veel gelachen en een leuke avond gehad. Slapen in tent beviel ook zeer goed. Een van de betere nachten in Australië so far. Ik denk dat het geluid van de rollende golven daar zeker aan bijgedragen heeft.
De volgende ochtend brandde ik om 06:30 uur uit mijn tent weg, tegelijk met de wake-up call. De lucht was blauw, wind was gaan liggen en zon scheen volop. Er vond een herverdeling van de auto's plaats, wat in mijn geval een zeer gezellig clupje opleverde. Alle 'oudjes' (tussen de 30 en 33 met een uitschieter van 38) bij elkaar en een 18-jarige Canadees die een beetje last had van een kater nadat ie de avond ervoor bijna 3 liter Goon had weggewerkt.
Deze dag hebben veel leuke plaatsen op het eiland bezocht die voor de aboriginals allemaal een betekenis hebben. Het mooie van deze tour was dat we zelf mochten rijden en dat was echt supercool :-) Crossen over het strand in een 4x4 en door elkaar geschud worden op de binnenwegen die vooral uit mul zand en diepe groeven bestaan. De kunst is zoveel mogelijk toeren in een zo laag mogelijke versnelling te maken. Oftewel: floor it! Niet dat je dan vooruitschiet, maar voor de banden grip in het mulle zand te krijgen. De banden zijn ook niet hard, maar wat zachter hiervoor.
Hoe dan ook, we hebben Eli Creek bezocht wat een kraanwater helder stroompje is waar je je op kunt laten terugdrijven. Daarna de Champagne Pools, wat de naam dankt aan het witte schuim dat over de rotsen komt door de hoge golven die er tegenaan beuken. We hebben midden op het eiland gepicknickt bij een meertje waar zeldzame schildpadjes in leven. Daarna teruggehobbelt (denk Reggae muziek en op en neer gaande hoofden en dat keer 10 erger en alle kanten op) naar de kust om Indian Head te bezoeken met de geschiedenis en mooie uitzichten om vervolgens terug te rijden naar Eli Creek voor een potje beachvolleybal voor degene die dat wilde. Nu ik eraan terugdenk waren het met name de mensen in onze auto die overal heel fantiek aan meededen en de rest lag een beetje voor pampus in de zon. Omdat er in het kamp alleen maar van die solardouches waren, opnieuw in Eli Creek gesprongen en daar opgefrist. De laatste stop van de dag was bij het Moheno Shipwreck. Een groot schip die op de klippen was gelopen en die ze niet meer wegkregen. Terug in het kamp konden we al snel aanschuiven aan een lekkere maaltijd en hervatten we onze Jenga-match. Dit was tevens alweer de laatste avond van de tour, wat ik best jammer vond.
Na het ontbijt de volgende ochtend, reden we naar het prachtige blauwe Lake Mackenzie. Dit meer zit vol tea tree oil en na een tijdje in het water voelt je huid en haar babyzacht aan. Daarna was het de laatste stop van de tour of het eiland: central station. Een picknickplaats met prachtige bomen, een stroompje en wat geschiedenis over het eiland. Ook hebben we dingo's gezien inclusief puppy's. Als je niet beter wist, zou je ze zo willen aaien. Maar het zijn gewoon wilde dieren die alles stelen wat los en vast zit, tenzij opgeborgen in een kooi. Deze kooien waren dan ook beschikbaar op de picknickplaats.
Een deel van de groep ging naar Hervey Bay en die werden op de ferry gezet. Wij gingen naar Noosa en hadden nog een rit te gaan. Op de ferry van Fraser Island naar het vasteland zagen we dolfijnen en honderden hele grote kwallen in het water. Onderweg naar Noosa nog skippies gezien en rond 19:00 uur waren we terug in Noosa waar ik nu verblijf.
De tour op Fraser Island was super! Hoewel een tikkie gestoord, was onze gids heel goed. Wist heel veel te vertellen, de groep samen te brengen en nam geen onnodige risico's mbt het rijden. Daarnaast is het gewoon drie dagen in je bikini leven en op blote voeten lopen. Heerlijk :-D
-
07 November 2014 - 09:58
Jantje Falke:
Hoi Ilona,
Wat weer een geweldige ervaring. Mooi verhaal en ook mooie foto's! Veel plezier nog.
Liefs, papa en mama -
07 November 2014 - 18:59
Jan Roenhorst:
LEUK VERSLAG Ilona . Misschien is jaloers niet het juiste woord... maar het komt dicht in de buurt.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley
